Door de bossen gallopeert Diëm met haar paard,
na een tijdje gaat ze over in draf en dan in stap.
Door de takken van het dichte bos ziet ze een schim van een huisje.
Ze stapt er op af. Als ze er bijna is springt ze van haar paard af.
een windvlaag blaast in haar gezicht, haar haar wappert naar achter, de veer die ze in haar haar draagt
glimt even.
Hallo? Is hier iemand? Vraagt ze, een tweede windvlaag strijkt op, Ze rilt
na een tijdje gaat ze over in draf en dan in stap.
Door de takken van het dichte bos ziet ze een schim van een huisje.
Ze stapt er op af. Als ze er bijna is springt ze van haar paard af.
een windvlaag blaast in haar gezicht, haar haar wappert naar achter, de veer die ze in haar haar draagt
glimt even.
Hallo? Is hier iemand? Vraagt ze, een tweede windvlaag strijkt op, Ze rilt